Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [45]Ik ben een muur en [46]mijn borsten zijn als torens. [47]Toen was ik in [48]Zijn ogen [49]als een, die vrede vindt. 45. Dat is, ik ben opgewassen en sterk geworden in het geloof en de liefde aan Jezus Christus. Met deze woorden geeft de kleine zuster, als profeterende, te kennen hare bereidwilligheid om aan te nemen en te wassen in de leer van het heilige Evangelie. Anderen nemen dit voor de woorden der Joodse kerk, dankende den Heere Christus voor zijne genade, dat zij ene stad Gods geworden was, of tot de stad Gods was aangenomen. Of, omdat haar geloof sterk was als een muur. 46. De zin dezer woorden is: Mijne borsten zijn hoog opgewassen, of volwassen, gelijk Ezech.16:7,8. Dat is, de kerkedienst is in mij bevestigd, genoegzaam om Christus' kinderen op te voeden, dezelve spijzende met de melk van Gods Woord; 1 Petr.2:2. De gelijkenis van torens betekent ook de sterkte, macht en heerlijkheid van de bediening van het heilige Evangelie en de openbare predikatie deszelven uit predikstoelen, of hoge plaatsen, om van allen gehoord te mogen worden. Want het Hebreeuwse woord migdal wordt ook genomen voor een houten predikstoel; Neh.8:5. 47. Te weten toen ik dit antwoord kreeg van hetwelk vs.9. Dit spreekt de Bruid tot hare speelgenoten. 48. Te weten in Jezus Christus' ogen. Hiermede wil de Bruid zeggen dat het een onverdiende genade is, die zij van haren Bruidegom ontvangt, dat zij na langdurige zwarigheid en verdriet van Hem getroost wordt. Zie Jes.54:7,8, enz. Zie ook Ef.2:12,13, enz. 49. Wij zijn al tezamen vijanden Gods. Rom.5:10. Te weten aangezien zijnde in onze verdorvenheid; maar wij gerechtvaardigd zijnde door het geloof, hebben vrede met God door onzen Heere Jezus Christus; Rom.5:1; Jes.32:17. Het is alsof de Bruid hier zeide: De Bruidegom heeft zich mijn geloof en vlijt laten welgevallen, en Hij is derhalve met mij wel tevreden geweest. Anderen nemen die laatste woroden aldus: Met dit antwoord stelde ik mij gerust en was wel tevreden.